tussen riet
aan winter bouw je
griend waar jij je trek naar het Noorden
Kanoet. Je volgt de Kanoet
ik borstel meer dan de nacht van mijn tanden
ik schraap net als de ochtend
hij drijft op zijn woorden de jongen
drijft boven de stroom dáár waar je diepte vermoedt want
ik strijk de ontmoeting glad
zij is een vlag een lap met in de hoek, al vervaagd, de afbeelding
van Che Guevara
verzuurd. De vlek ingesleten beschadigd een vlek zoals sneeuw valt in die
sprietige winter waar jij
valt als poedersuiker op de tulband
griend waar jij je trek naar het Noorden
Kanoet. Je volgt de Kanoet
ik borstel meer dan de nacht van mijn tanden
ik schraap net als de ochtend
hij drijft op zijn woorden de jongen
drijft boven de stroom dáár waar je diepte vermoedt want
ik strijk de ontmoeting glad
zij is een vlag een lap met in de hoek, al vervaagd, de afbeelding
van Che Guevara
verzuurd. De vlek ingesleten beschadigd een vlek zoals sneeuw valt in die
sprietige winter waar jij
valt als poedersuiker op de tulband